× 
Klik in dit venster
op: http://heiligen.net
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

welkom menu contact zoeken
KalenderOude testamentNieuwe testamentHeiligenKerkenAnders...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van verreweg de meeste meditaties, overleed 30 oktober 2022
Jezus' Nederdaling ter Helle (1516)   Verwijzingen

Klik op de pijl om de meditatie te beluisteren...  ...speel bestand af...

li_1re_2 

Volgens de overlevering zou Jezus aan de binnenkant van de dood hetzelfde hebben gedaan als aan deze kant: mensen redden. Hij zou naar de onderwereld (de ‘hel’) zijn afgedaald, waar van oudsher de doden werden verzameld en ondergebracht, in de macht van de dood. Dit gegeven maakt deel uit van onze geloofsschat en is in de geloofsbelijdenis terecht gekomen: ‘… die nedergedaald is ter helle…’ Het verhaal zelf vinden we in het zogeheten Apokriefe evangelie van Nicodemus (3e à 4e eeuw): Dan klinkt van buiten opeens: “Eeuwige poorten, ga open, zodat de koning der Ere kan binnengaan.” Het Dodenrijk riep: “Maar wie is de koning der Ere?” Van buiten zongen de engelen: “De Heer, sterk en machtig; de Heer, kundig in de strijd.” Op hetzelfde moment donderden de ijzeren poorten van het Dodenrijk in elkaar. De Koning trad binnen, greep de Satan bij zijn hoofd en gaf hem over aan zijn engelen om hem op te sluiten tot aan het einde der tijden.

Toen stak de Koning zijn rechterhand uit, pakte vader Adam bij de pols en zette hem overeind. Daarop wendde hij zich tot de anderen met de woorden: “Kom hier bij mij, allen die sterven moesten door het hout waar hij van nam. Want zie: ik wek jullie allemaal weer op door het hout van het kruis.” Vandaar gingen zij naar het Paradijs. Daar aangekomen troffen zij twee oude mannen. Dat waren Henoch en Elia de Thisbiet, van hen staat niet geschreven dat zij gestorven zijn, maar door God waren opgenomen. Op datzelfde moment kwam de goede moordenaar aan met zijn kruis op de rug: tot hem had Jezus immers gezegd: “Heden nog zult gij met mij zijn in het paradijs.” Een glimp ervan horen we bij Matteus: De graven gingen open en de lichamen van vele heilige mensen die ontslapen waren, stonden op (27,52).

Kijken we nu naar de afbeelding. Dan valt ons op dat de kunstenaar aan de kant van Jezus alle andere personen uit het verhaal heeft weggelaten: we zien geen goede moordenaar, Dismas, met kruis, geen Elia, geen Henoch. Ook niet de engelen die zongen: “Eeuwige poorten, ga open…” Jezus staat daar helemaal alleen tegenover de wereld van het kwaad, gekleed in een gouden gewaad over het blote lijf. Er gaat rust van Hem uit. Waardigheid.

Tegenover Hem, aan de andere kant van de afbeelding: de hel, voorgesteld als een wijd opengesperde, zwarte muil, met angstaanjagende tanden. Daarbinnen woedt vuur. Om de muil heen drie zwartgeblakerde monstertjes met bokkenpoten en apensmoeltjes. In de (middeleeuwse) kunst is de aap vaak zinnebeeld van het kwaad. Duivels. Eén op de grond die als een geslagen hond met de staart tussen de benen wegsluipt en nog even angstig achterom kijkt. Een tweede staande met een stok in de hand. Ook hij heeft zich afgewend en kijkt nog een keer achterom. Vol ongeloof dat iemand sterker is dan hij? Dat zijn macht is uitgewerkt? De derde duivel is op de kop van de hellemuil gekropen, nog met een machteloze pijl in de vuist. Nu valt op dat alle drie de duivels over Jezus heen kijken naar iets dat boven Hem te zien zou zijn. Geven zij daarmee aan waar Jezus vandaan komt, zoals dat herhaaldelijk in het Johannesevangelie wordt gezegd: ‘Hij komt boven’?

Uit de muil komen de doden van oudsher tevoorschijn. Naar Jezus toe. Hij pakt de voorste stevig en teder bij de pols: Adam. Zo staan hier tegenover elkaar: enerzijds de eerste Adam, door wie zonde en dood in de wereld zijn gekomen. Anderzijds de nieuwe Adam, Christus, door wie genade en vergeving in de wereld zijn gekomen. Gods Woord is mens geworden. (vgl. Romeinen 05,12-21). Genade en vergeving zijn groter en sterker dan dood en kwaad. Door Hem – zo zien we – is de macht van de Dood ongedaan gemaakt. In Christus breekt de nieuwe schepping aan. Dat wordt nog eens geïllustreerd door het gouden gewaad.

De kunstenaar speelt het klaar twee dingen tegelijk tot uitdrukking te brengen. Op het eerste gezicht lijkt het dat Christus en Adam elkaar aankijken. Bij nader toezien is het alsof ze langs of zelfs door elkaar heen zien, naar iets dat nog verder in het verschiet ligt.

Opvallend: waar op andere afbeeldingen Adam wordt voorgesteld als oude man, vaak met grijze of witte haren en baard, zien we hem hier als naakte jongeman, als nieuwe schepping. Maar omdat ik als kijker nog thuishoor in de wereld van de zonde, bedekt zijn linkerhand beschroomd zijn geslachtsdeel. Achter Adam: Eva die – te oordelen naar haar gezichtsuitdrukking - nog maar nauwelijks schijnt te beseffen wat er gebeurt, maar wel haar handen eerbiedig in gebedshouding heeft gevouwen. Achter Eva komen nog twee doden tevoorschijn: de voorste heeft gevouwen handen; tot de achterste schijnt nog nauwelijks door te dringen dat het moment van zijn verlossing is aangebroken. Intussen lijkt zich dit alles af te spelen in de grootst mogelijke stilte.

Kijkend naar de afbeelding haal ik mij dierbaren voor de geest die overleden zijn. Ik probeer me voor te stellen dat aan de andere kant van de dood Christus met hen heeft gedaan (of doet) wat ik Hem hier zie doen met Adam en Eva. En dat Hij straks zo ook met mij zal doen.

Of ik vraag mij af door welk kwaad of welke vorm van ‘dood’ ik gevangen word gehouden. En probeer te geloven dat Christus mij net als Adam en Eva vol tedere kracht bij de hand wil pakken en mij eruit wil halen, naar zich toe.

[1516, Picardische steensculptuur altaarretabel; Frankrijk, Bretagne, Pontivy, Chapelle Notre Dame de la Houssaye.
Dries van den Akker s.j. / 2009.01.10]

Verwijzingen
Matteus 27,52-53: Jaar A Palmzondag
Jaar A + B + C Stille Zaterdag


Wilt u meer weten over de vraag waar de voorstelling van de Nederdaling ter Helle vandaan komt, en hoe ze in de Geloofsbelijdenis terecht is gekomen, lees dan verder.

Jezus nederdaling ter helle

In de geloofsbelijdenis worden over Jezus de belangrijkste geloofswaarheden opgesomd. Tussen zijn lijden, dood en begrafenis enerzijds en zijn opstanding uit de doden anderzijds, staat dat raadselachtige zinnetje: ‘… die nedergedaald is ter helle.’ Die zin staat niet in de geloofsbelijdenis, opgesteld op het Eerste Oecumenische Concilie in 325 te Nicea. Een concilie is een bisschoppenvergadering. Het draagt de naam ‘oecumenisch’ als de bisschoppen van over de hele wereld vertegenwoordigd zijn. Op het tweede Oecumenische Concilie, Constantinopel 381, werd de Geloofsbelijdenis van Nicea bekrachtigd en uitgebreid met enkele regels. Maar ook daar staat de nederdaling ter helle nog niet in. Het is onduidelijk sinds wanneer het er wel in staat. Feit is dat het deel uitmaakt van het symbolum (samenvatting van het geloof) zoals protestanten en katholieken die tegenwoordig aanhangen.

De gedachte die ermee tot uitdrukking wordt gebracht gaat terug op kerkvaders uit de eerste eeuwen, zoals Ireneus en Origenes. Jezus zou aan de binnenkant van de dood hetzelfde hebben gedaan als aan deze kant: mensen redden. Hij zou naar de onderwereld (‘hel’) zijn afgedaald, waar van oudsher de doden werden verzameld en ondergebracht, in de macht van de dood. Voor de bijbelse achtergrond verwijst men naar Matteus 12,40: ‘Want zoals Jona drie dagen en drie nachten in de buik van een grote vis zat, zo zal de Mensenzoon drie dagen en drie nachten in het binnenste van de aarde verblijven. Daarnaast Handelingen 02,24: ‘… de dood kon zijn macht over Hem niet behouden’; en vooral 1 Petrus 03,18-19 ‘Naar het lichaam werd Hij gedood, maar naar de geest ten leven gewekt. Hij is naar de geesten gegaan die gevangen zaten om dit alles te verkondigen.’

We vinden het in verhaalvorm in het zogeheten Apocriefe evangelie van Nicodemus (3e à 4e eeuw): Dan klinkt van buiten opeens: “Eeuwige poorten, ga open, zodat de koning der Ere kan binnengaan.” Het Dodenrijk riep: “Maar wie is de koning der Ere?” Van buiten zongen de engelen: “De Heer, sterk en machtig; de Heer, kundig in de strijd.” Op hetzelfde moment donderden de ijzeren poorten van het Dodenrijk in elkaar. De Koning trad binnen, greep de Satan bij zijn hoofd en gaf hem over aan zijn engelen om hem op te sluiten tot aan het einde der tijden.

Toen stak de Koning zijn rechterhand uit, pakte vader Adam bij de pols en zette hem overeind. Daarop wendde hij zich tot de anderen met de woorden: “Kom hier bij mij, allen die sterven moesten door het hout waar hij van nam. Want zie: ik wek jullie allemaal weer op door het hout van het kruis.” Vandaar gingen zij naar het Paradijs. Daar aangekomen troffen zij twee oude mannen. Dat waren Henoch en Elia de Thisbiet, van hen staat niet geschreven dat zij gestorven zijn, maar door God waren opgenomen. Op datzelfde moment kwam de goede moordenaar aan met zijn kruis op de rug: tot hem had Jezus immers gezegd: “Heden nog zult gij met mij zijn in het paradijs.” Een glimp ervan horen we bij Matteus: De graven gingen open en de lichamen van vele heilige mensen die ontslapen waren, stonden op (27,52).

In de middeleeuwen beeldde men dit geheim graag af. De kunstenaars van het christelijke westen beelden de onderwereld (‘hel’) liefst af als de muil van een monster. Christus neemt de eerste dode, Adam, bij de hand en haalt hem naar zich toe. Achter hem volgen Eva en vele anderen. In de Oosterse kerken is het zelfs de Opstandingsafbeelding bij uitstek geworden, tot op de dag van vandaag. Daar zien we Christus staan op de ingestorte deuren van de onderwereld. Ook daar haalt hij Adam en Eva, en in hun kielzog de doden achter hen, naar zich toe. Aan Christus’ kant zien we Henoch en Elia, vaak met een kroon op het hoofd; op vele afbeeldingen staat ook Johannes de Doper bij hen. In termen van onze gedenkdagen zou je kunnen zeggen dat Christus het mysterie van Allerzielen ( de gedachtenis van de overledenen) omvormt tot Allerheiligen (het feest dat God de overledenen bij zich opneemt in de hemel).

Dries van den Akker s.j.

© A. van den Akker s.j.
Deze pagina is het laatst gewijzigd op 4 mei 2018

Over beeldmeditaties Voorbereiding
Inrichting website Leeswijzer
Auteurs / Afb. Alle 435 meditaties