×
Klik in dit venster
op: http://heiligen.net
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Waarom een afbeelding van Jezus’ Intocht bij deze bede uit het Onze Vader?
Het verhaal van Jezus’ koninklijke intocht in Jeruzalemvinden we terug bij alle vier de evangelisten. Volgens Matteus (21,09) zouden de mensen bij die gelegenheid gejubeld hebben: ‘Hosanna, Zoon van David; Gezegend de Komende in de Naam van de Heer. Hosanna in den hoge!’ Er wordt gejuicht voor de Naam van de Heer. Een passende illustratie dus bij de bede uit het Onze Vader: ‘Geheiligd worde uw Naam’.
De roep ‘Hosanna’ is niet zozeer een jubelkreet, als wel een smeekgebed: ‘Help toch!’ Wel maakte het deel uit van het feestelijke ‘hallel-gebed’ (‘juich-gebed’), het gebed waarin God lof werd toegezongen: ‘Hallelu-ja!’ De lettergreep ‘-ja’ is een verkorting van de Godsnaam, Jahweh.
Markus (11,09-10) heeft een kleine wijziging ten opzichte van Matteus. Hij loopt zelfs al enigszins vooruit op de volgende bede uit het Onze Vader doordat hij het Koninkrijk erbij vernoemt: ‘Hosanna. Gezegend de Komende in de Naam van de Heer. Geprezen het komende Koninkrijk van onze vader David. Hosanna in den hoge!’
Ook Lukas (19,38) legt al verband met het komende Koninkrijk. Volgens hem roepen de omstanders: ‘Gezegend de Koning, die komt in de Naam van de Heer!’ Bij Johannes (12,13) tenslotte horen we iets soortgelijks: ‘Hosanna. Gezegend de Komende in de Naam van de Heer, de Koning van Israël!’
De Oudtestamentische afbeelding
Vanwege de constructie van het kerkgebouw is de afbeelding beneden niet in glas aangebracht, maar als muurschildering. Links zien we koning David met zijn harp of citer. Rechts twee personen, hovelingen, van wie de voorste een banderol vasthoudt. Waarschijnlijk behoorde daar de tekst op te staan die David zingt. Van koning David is bekend dat hij liederen componeerde. Vele psalmen uit het Oude Testament worden aan hem toegeschreven.
In het Bijbelboek 2 Samuel vinden we de verhalen over de tijd dat hij koning is. Slechts één keer wordt daar verteld dat hij een lied zingt: in het 22e hoofdstuk. Het betreft een lied uit dankbaarheid voor het behalen van de overwinning op zijn vijanden. In 2 Samuel 22,50 zingt hij: ‘Daarom prijs ik U onder de volken, JHWH, maak ik muziek tot eer van uw Naam.’
Hier wordt dus uitdrukkelijk de Naam van God geprezen: passende illustratie bij de bede uit het Onze vader: ‘Geheiligd worde uw Naam’. Zeer waarschijnlijk is de Oudtestamentische afbeelding met koning David dus op deze tekst geïnspireerd.
© beeldmeditaties.nl